Dutch

Simorq, de legende in het kort
Nog voordat Saam, de held aller helden in Iran, de geboorte van zijn zoon, waarop hij zo lang gewacht heeft, groots kan vieren verneemt hij dat de nieuwgeborene sneeuwwitte haren heeft als een oude grijsaard. Uit angst voor de goede reputatie van zijn geslacht laat hij de jonggeboren Zaal verbannen naar het Alburz gebergte. Daar huist Simorq, de legende, een groot gevleugeld wezen. Op zoek naar voedsel voor zijn nakomelingen ontdekt Simorq de huilende Zaal en sluit hem in zijn armen en hart. Onder diens hoede groeit de witharige Zaal op tot een prachtige man en held. Heel Iran spreekt er vol bewondering over, Zaal wordt de grootste en witste Iraanse held aller tijden. Zijn vader Saam, vol van berouw, haalt Zaal terug naar huis. Gedreven door de drang naar avontuur ontmoet Zaal op weg naar Kabulistan zijn vurige liefde prinses Rudabeh…

Simorq, de symboliek

Simorq verhaalt over oude Perzische trots, trots die nog steeds de harten van de Iraniërs vervult. Trots over het Perzische verleden. Simorq symboliseert puurheid, reinheid en wijsheid. Eigenschappen die niet alleen de innerlijke persoon maar ook de wereld om hem heen verlichten. De mythische vogel Simorq stamt uit het heldenepos Shanameh van Ferdowsi.

‘Simorq’ is de naam van een prachtige vogel in Perzische fabels. Hij is een grote vogel, die een symbolische rol bekleedt in klassieke strijdverhalen, vol mystiek en raadsels. ‘Simorq’ symboliseert een gecompliceerd en veelzijdig figuur van eerlijkheid, wijsheid en intelligentie, die tevens bekend is met de geneeskunst en over leiderschaps kwaliteiten beschikt.

‘Simorq’
symboliseert puurheid en reinheid. Hij verlicht niet alleen het innerlijke van de mens maar ook de externe wereld om hem heen. In de letterlijke betekenis van het woord Si-morq (si= dertig en morq = vogel) komt deze ook voor in het verhaal van Attar, de oude wijze heer uit Neishabour. De vogels van Attar vliegen allemaal aan het einde van hun lange gepassioneerde zoektocht naar de ‘Simorq’ richting het Alborz gebergte in Iran.

In een andere fabel van Ferdowsi wordt gesproken van de zon als symbool voor ‘Simorq’. De zon, het licht, dat Simorq onoverwinbaar maakt.

Ik heb gehoord dat Zaal, de magiër, zich tot de ‘zon’ wendt in tijden van nood
Als hij boos is werkt tegen hem geen enkele magie
Dit is iets onbegrijpelijks en nooit eerder gehoord


In dit couplet representeert de ‘zon’ weer de vogel ‘Simorq’, de beschermer van Zaal die hem als een vader heeft groot gebracht op de top van het Alborz gebergte. Iran kan beschouwd worden als een land dat in het verloop van de geschiedenis als het land van de daglicht is beschreven. De berg van ‘Simorq’ staat symbool voor de zon. ‘Simorq’ vliegt naar de top van het met wolken bedekte Alborz gebergte, dat weer de hemel representeert. Vanuit die plek, de thuishaven van muziek en gezang, komt de vogel met gespreide vleugels, ‘Simorq’ genaamd, en brengt ons vergezeld van liefde een geschenk uit de hemel. Hij verenigt weer voor even de uit elkaar gedreven zielen en lichamen met magische muziek en gezang.

Componist en gedreven musicus Hamid Motebassem heeft uit diezelfde liefde zijn werk ‘Simorq’ gecomponeerd. Moge zijn muziek voor eeuwig uitbundig en vreugdevol zijn.
 

Mir Jalaleddin Kazazi, Januari 2011



Simorq, de gezongen teksten
Vooraf: deze vertaling van de oorspronkelijke dichterlijke teksten uit de Shanameh is slechts een bescheiden weergave van de rijkdom van Perzische woordenschat en daarin opgesloten symboliek. Deze Nederlandse vertaling hoopt slechts de verhaallijn duidelijk te maken, maar kan onmogelijk in de plaats treden van het Perzische gedicht.
 

1. de geboorte van Zaal

Sam (koning) was kinderloos
Zijn hart verlangde naar troost
In zijn privékwartier woonde een schoonheid
Met wangen gelijk een roos en haren als moshk (kruid)
Hij verlangde naar een kind uit haar schoot
Omdat ze sterk was en straalde als de zon
Van Sam, zoon van Nariman, werd zij zwanger
En leed ze onder een zware last
Na enige tijd baarde zij een kind
Zo mooi als de eeuwig stralende zon
Maar met parelwit haar
Niemand durfde het aan de trotse koning te vertellen
Dat zijn schoonheid een kind gelijk een grijsaard gebaard had
Een kind met een leeuwenhart
Reeds als kind een moedige held
Zijn lichaam schitterde als zilver, zijn paradijselijk gezicht
Geen lichaamsdeel vertoonde enig gebrek

2. Sam en Zaal
Koning Sam verliet zijn troon
En betrad het privévertrek om de nieuwe lente te aanschouwen
Toen hij de witharige zoon zag
Richtte hij hopeloos zijn aangezicht ten hemel
En smeekte om hulp van God
Oh, U boven gebrek en onrecht verhevene
U alleen kunt heil brengen
Heb ik misschien zware zonden begaan
En duivelskunsten bedreven ?
Ach, wat moet ik met dit duivelskind
Is het een bont luipaard of een fee ?
De hele wereld zal me uitlachen
Stiekem en openlijk, vanwege dit witte kind
Vol toorn sprak hij deze woorden uit en wendde zich af
Voortdurend jammerend om zijn noodlot
Hij beval het kind te verbannen
Ver weg, het land uit
Naar een plek waar Simorq zijn nest hield
In een vreemde wereld
Het kind werd te vondeling gelegd en men keerde terug
Een lange tijd verstreek
Dag en nacht lag het kind er
Eenzaam en verlaten
 
3. Simorq en Zaa
l
Simorq daalde uit de wolken naar beneden
En droeg het kind langs de warme berghellingen
Omhoog naar de top van Alborg (gebergte) waar zijn nest zich bevond
Simorq en zijn jongen keken toe hoe het kleine kind bitter huilde
Vol bewondering namen zij hem liefdevol op
Verward en onder indruk van zijn schoonheid
God had bij Simorq moederliefde gewekt
Zodat hij er nooit aan dacht het kind te verwaarlozen
Een lange tijd ging voorbij
Het kind groeide op
Trots, groot, sterk en mooi
Zijn naam werd bekend over de hele wereld
Goedheid en kwade wil blijven nooit verborgen
Ook Sam hoorde van zijn betoverende zoon

4. De terugkeer van Zaal

Het lichaam van een leeuw
Het aangezicht gelijk de zon
Dapper met zijn hand aan het zwaard
Witte wimpers en koolzwarte ogen
Lippen gelijk koraal en bloedrode wangen
Het hart van Sam bruiste van paradijselijke vreugde
Over zijn zoon niets dan lof
Zaal werd gekleed in een heldengewaad
Terwijl ze de berg afdaalden
Verlangde hij om een paard
En Koninklijke kledij voor zijn zoon
Het hele leger bereidde Sam een feestelijke ontvangst
Alle harten waren van geluk vervuld
Pauken en trompetgeschal
Olifanten met pracht en praal opgetuigd
Ridders marcheerden juichend voorbij
In feestelijke stemming keerden ze in de stad terug

5. Rudabeh en Zaal
Er was eens een koning Mehrab
Gelukkig, rijk en trots
Statig en bekwaam
Een stralend uiterlijk, ferme trotse tred
Toen hij het verhaal van Sam hoorde
Vertrok hij vroeg in de morgen uit Kabul
Een man van stand wees Zaal op een wonderschone vrouw aan zijn hof
Met het uiterlijk mooier dan de zon
Van kop tot teen als elfenbeen
Met een paradijselijk gezicht en het lichaam gelijk een Indische eik
Ogen als bloeiende narcissen in de tuin
Wimpers donkerder dan ravenveren
Het paradijs op aarde
Opgesierd met alle geluk en rijkdommen
Het hart van Zaal raakte van de kook
Zozeer dat hij rust en zinnen verloor
Zijn hart vervuld werd van liefde
De mooie moeder van Rudabeh vroeg aan haar man Mehrab :
Wie is die witharige zoon van Sam ?
Stamt hij af van de koning of komt hij uit een nest ?
Waarop Mehrab antwoordde :
Hij heeft het hart van een leeuw en is zo sterk als een olifant
Zijn armen zijn als de rivier de Nijl
Als hij op zijn hof verblijft strooit hij met goud
En als hij strijdt rollen de koppen
Zijn witte haar werkt als sieraad
Dat haar hart betovert
Toen Rudabeh die woorden hoorde
Raakte ze helemaal opgewonden
In haar hart ontstak het liefdesvuur voor Zaal
Ze kende geen rust meer en kon geen hap meer eten
Ik ben verliefd als de machtige oceaan
Waaruit golven de hemel raken
Mijn hart is verblind door liefde voor Zaal
Mijn gedachtes aan hem wiegen me in slaap
Mijn hart, ziel en verstand zijn vol liefde vervuld
Dag en nacht verlang ik naar zijn aanwezigheid
Koningen en keizer van China, noch kroonbezitters van Iran heb ik begeerd
Toen het nacht werd klom ze op het dakterras
Terwijl in de verte de ridder van haar dromen verscheen
Begroette ze Zaal vol overgave en warme gevoelens van welkom
Oh edelmoedige, geweldige ridder
Ze ontvlechtte haar lange haren tot een touw
Waarlangs haar geliefde naar boven zou kunnen klimmen
Maar Zaal verlangde van zijn dienaar een echt touw
En gooide dat omhoog zonder te dralen
Rudabeh’s ogen bleven onophoudelijk op hem gericht
Het verlangen in zijn aangezicht zette haar hart en ziel in vuur en vlam
Zo geschiedde tot het krieken van de dag

<< back